Categorieën
Varia

Drukte aan het crowdfront

Crowdfunding gaat hard. Ondernemers hebben keuze uit steeds meer platforms en manieren om geld op te halen. Tientallen miljoenen euro’s stromen toe, van een steeds grotere crowd. Gaat het te hard? Niet als iedereen het hoofd koel houdt.

2014 wordt het jaar waarin crowdfunding echt massa krijgt. Wat begon als een leuke manier voor bandjes om hun nieuwe cd – die had je toen nog – te laten voorfinancieren door fans, is ook in Nederland een miljoenenindustrie geworden. Elk jaar verdubbelt die in omvang. Werd er vorig jaar voor 32 miljoen gecrowdfund, dit jaar stopt de teller zeker niet voordat die de 80 miljoen heeft aangetikt.

Geldvoorelkaar – bemiddelaar voor leningen aan het MKB – is de absolute koploper. Het zet in een tempo van 2 miljoen euro per maand geld uit, en accelereert nog steeds. Martijn van Schelven van Geldvoorelkaar: ‘De laatste maand hebben we 2,6 miljoen gefund. Wij zijn ervan overtuigd dat we kunnen doorgroeien naar 100 miljoen crowdfunding in 2015.’

Goed nieuws? Ja, het is fantastisch dat ondernemers met een goed businessplan extra mogelijkheden hebben om dat te financieren. De bank staat niet altijd te springen om een krediet te verstrekken op hun blauwe ogen en crowdfunding lijkt ideaal om het gat te vullen in de fase waarin friends, family and fools al hun gebaar hebben gemaakt maar informals nog niet staan te trappelen om in te mogen stappen.

Maar wat is het druk aan het crowdfront! Kapitaal op Maat, Horeca Crowdfunding Nederland; er meldt zich bijna elke maand een nieuw platform, met als spectaculairste nieuwkomer: het Amerikaanse Kickstarter, dat begin februari de inschrijving opende voor een Nederlands filiaal. ‘Het zet de zaak op scherp,’ zegt Maarten de Jong, die met Oneplanetcrowd – voor duurzame en maatschappelijke ondernemers – deels een concurrent is van de Amerikanen. ‘De taart wordt verdeeld over meer platforms, maar als je ziet hoe hard de taart groeit, is er genoeg voor een flink aantal spelers.’

Simon Douw, met zijn adviesbureau Douw&Koren een autoriteit op het gebied van crowdfunding, maakt zich nog geen zorgen over een shake-out in zijn branche. ‘Ik verwacht dit jaar nog een stuk of drie serieus te nemen platformen, naast de vele die wel een website openen, maar er vervolgens achter komen dat het niet meevalt om het daadwerkelijk op poten te krijgen. Het is een natuurlijke selectie.’ Bovendien zal er in 2015 naar verwachting 255 miljoen euro worden gecrowdfund, voldoende om de grootste bemiddelaars, die als regel leven van een fee van tussen de 5 en 9 procent van het opgehaalde geld, een gezonde business te bieden. ‘Wij vragen 7 procent en zijn ongeveer break-even bij 3 miljoen,’ zegt De Jong. ‘Vorig jaar deden we 1,3 miljoen gedaan, dus als we met de markt meegroeien halen we dat dit jaar.’

Het zal de keuze voor ondernemers en investeerders er niet makkelijker op maken: nu al heb je keuze uit ten minste 15 crowdfundingplatforms van eigen bodem, naast grote Amerikaanse broers Kickstarter en Indiegogo, dat ook al plannen smeedt om Nederlanders rechtstreeks toe te laten. Vervolgens komt crowdfunding ook nog in verschillende smaken. Je kunt geld lenen, zoals bij Geldvoorelkaar.nl, tegen een vaste looptijd en rente. Je kunt gaan voor rewards: je belooft een product in ruil voor een bepaald bedrag, waarmee je in feite de productie voorfinanciert. Kickstarter is daar groot mee geworden, Oneplanetcrowd biedt beide varianten. Tot slot kun je de crowd ook aandeelhouder maken, iets waarmee Symbid wereldwijd de aandacht trok: nog dit jaar gaat het in de VS aan de slag, waar wetgeving in de maak is die crowdfunding met aandelen een boost zal geven.

Dan zijn er zijn nog nieuwkomers die het weer net even anders doen. Tienko Rasker beperkt zich met Leapfunder louter tot converteerbare obligatieleningen: de investeerder verstrekt eerst een lening, die later in aandelen wordt omgezet, als het bedrijf wat ouder is en de waardering van die aandelen mogelijk wordt. Dat model past goed bij vroege startups, die vaak hun aandelen nog niet verstandig kunnen waarderen. Oneplanetcrowd biedt die convertibles ook aan.

Leapfunder is opgericht met steun van een clubje informals. ‘In feite wilden zij een tool om relatief simpel te investeren in startups. Als je dat met drie partijen doet, is dat nog te overzien, maar vanaf 6 investeerders wordt dat chaos, als ze allemaal afzonderlijk over de waardering willen onderhandelen, bijvoorbeeld.’ Leapfunder neemt ze het papierwerk en het getouwtrek over de waardering uit handen.

Nog verser is Seeds, het platform waarmee ABN Amro de markt na een periode proefdraaien bestormt en de eerste vier ondernemers met hun plan in de etalage heeft gezet. Seeds selecteert ondernemers die impact willen hebben met hun business en haalt geld op via een overeenkomst waarmee directeur Arthur de Graaf zowel juristen als bankiers grijze haren bezorgt. ‘Het is geen lening en het zijn geen aandelen: de ondernemer vraagt geld, in ruil hiervoor betaalt hij een vergoeding in termijnen, maar dat doet hij pas zodra hij een bepaalde omzet maakt.’ Volgens De Graaf combineert Seeds de voordelen van lenen met die van aandelen uitgeven, voor zowel investeerder als ondernemer: ‘De investeerder wil weten waar hij aan toe is, maar de ondernemer heeft geen behoefte aan financiers die inspraak willen of de boel omvertrekken doordat ze hun leningen opeisen.’

Zo veel mogelijkheden bij zo veel aanbieders: het is goed opletten welk platform en welk crowdfundingmodel het beste bij je past – als crowdfunding al dé weg is. De Graaf van Seeds: ‘We moeten er vanaf dat crowdfunding wordt beschouwd als hét alternatief voor bankfinanciering, als place of last resort. Banken geven best nog wel krediet een goed plan. Het belangrijkste is dat zowel investeerder als ondernemer heel goed weten waar ze aan beginnen. Anders krijgen we straks ondernemers die zeggen: ik heb er niks aan gehad, en een crowd die zijn geld kwijtraakt en zich afkeert van crowdfunding.’ Crowdfunding past niet altijd bij elke ondernemer, ook al putten we meer inspiratie uit succesverhalen als dat van de Kidswatcher – met 185.000 euro binnen 48 uur de snelste funding ooit – of de Windcentrale – met een klapper van 7 miljoen in 2012 de grootste geldronde in Nederland tot nu toe.

Naarmate crowdfunding mainstream wordt, zal de kans groter worden op teleurstellingen. ‘Tot nu toe heb ik nog geen echte brokken gezien; er wordt al flink afbetaald op de vroegste leningen, al ken ik een paar gevallen waarin de looptijd is heronderhandeld met de investeerders,’ zegt Douw. ‘Maar het is nog te vroeg om te zeggen hoe vaak het echt mis zal gaan.’

Van Schelven van Geldvoorelkaar zegt desgevraagd dat hij ‘tien posten in handen van de gerechtsdeurwaarder heeft gesteld’. ‘Dat zorgt voor wat extra druk. In alle gevallen is er een betalingsregeling getroffen waardoor de investeerders tot nu toe geen maand rente en aflossing hebben hoeven missen.’ Maar natuurlijk zullen uiteindelijk leningen niet worden afgelost: Van Schelven rekent op 3 procent van het totaal. ‘Het zou verkeerde reclame zijn om te doen alsof alles goed zal gaan. Dit is beleggen, geen sparen.’

In de VS en Groot-Brittannië, waar met name de leenplatforms al sinds 2005 actief zijn en zelfs hedgefunds en andere instituten honderden miljoenen tegelijk uitlenen, is meer ervaring met missers. Daar verwacht Funding Circle dat gemiddeld 4,4 procent van alle leningen nooit zal worden terugbetaald, een percentage dat de afgelopen jaren overigens gestaag opkroop, maar waar wel een voorziening tegenover staat waar gedupeerden uit kunnen putten zodra het mis gaat. In Engeland wil financiële waakhond FCA desniettemin de crowdfundingbranche strakkere regels opleggen: het publiek moet betere voorlichting krijgen, meer inzicht in de risico’s en ook een afkoelingsperiode van twee weken is onderwerp van de discussie tussen overheid en platforms.

Als Nederland wil voorkomen dat de hausse in crowdfunding straks met een kater eindigt, moet de overheid dan ook niet hier ingrijpen? De AFM houdt het volgens een woordvoerder voorlopig bij het uitgeven van vergunningen aan de platforms, die daartoe verplicht zijn. Volgens insiders heeft de AFM ook op eigen initiatief aanwijzingen gegeven aan platforms.

Het is de vraag of de overheid verder moet gaan in haar regulering, stelt Douw. ‘Dat is het risico van reguleren: je wil voorkomen dat investeerders denken dat alle risico’s zijn afgedekt en dichtgetimmerd. Dan gaan ze zich als ongeïnformeerde consumenten gedragen. Ik vind dat de platforms en de overheid de komende in samenspraak regels kunnen vormen die echt passen bij de praktijk.’

De platforms zullen wel moeten vasthouden aan een goede selectie van de ondernemers. Waar Leapfunder de selectie van ondernemers aan de crowd overlaat – er zijn wel eisen aan de informatie die de start-ups moeten leveren, maar de vaste Leapfunder investeerders beslissen uiteindelijk zelf of ze er in stappen – zeggen de meeste andere platforms zelf te selecteren op kwaliteit.

CrowdaboutNow wijst negentig procent van de ingediende plannen af. ‘De grens tussen ondernemen en waanzin is heel dun,’zegt Tom Vroemen van CrowdaboutNow. ‘Wij krijgen de meest waanzinnige plannen ingediend, bijvoorbeeld van mensen die met crowdfunding hun familie naar Nederland willen halen.’ Korstiaan van Zandvlied van Symbid: ‘Het is hier een soort Dragon’s Den. Maar je houdt je hart vast wie en op welke voorwaarden nu elders geld lenen: vaak lijkt het een one way ticket to the graveyard.’

Zouden de platforms door de drukte op hun markt niet in de verleiding komen om krakkemikkige plannen toe te laten? ‘Daar hebben ze geen belang bij,’ beweert Douw. ‘Een site vol projecten die niet worden gefund of die rammelen, is geen goede reclame.’

De crowd is intussen zelf ook niet gek: bij rendement hoort risico. En vergeet niet dat de beste projecten en platforms straks ook ervaren investeerders zullen trekken, waar groentjes zich bij zouden kunnen aansluiten. Leapfunder richt zich niet primair op kleine investeerders: ‘Bij ons gaat het al snel om 10,000 per funder,’ zegt Rasker. ‘Wij zeggen tegen ze: de meeste partijen zullen nul euro terugbetalen, dus dit geld moet je echt kunnen missen.’

Bij Oneplanetcrowd wordt ook al rente betaald over de oudste lening waarvoor De Jong heeft bemiddeld. Maar natuurlijk zullen ondernemers omvallen. ‘Dat hoort bij ondernemen. Verontwaardiging bij investeerders als een bedrijf omvalt, kun je voorkomen door de crowd heel goed te informeren over de risico’s. Dan kunnen we als sector de sterke groei volhouden. doen we dat niet, dan komt er een deukje in het succes van crowdfunding.’

Gunfactor

Toen industrieel ontwerper Jeriël Bobbe afgelopen zomer zijn fietstassen annex picknickset op Kickstarter zette, dacht hij de 85 mille die hij nodig had om ze in productie te nemen, binnen een maand op te halen. De meter bleef steken op 3.929 dollar. En dat terwijl maanden daarvoor nog zo’n beetje alle designbladen en -blogs over de hele wereld hadden geschreven over Springtime. ‘Ik werd overvallen door dat succes en had een paar maanden de tijd genomen om de Kickstartercampagne voor te bereiden. Inmiddels was de aandacht wat verslapt, en ik maakte waarschijnlijk ook de fout, te denken dat de gunfactor voldoende groot was om mensen vooraf 425 dollar te laten betalen voor de set, of dat ze genoegen zouden nemen met een bedankje als ze kleinere bedragen stortten.’ de volgende keer, zegt Bobbe, zorgt hij dat ook tegenover de bekende tientjesbijdragen tastbare producten staan. Niet dat hij een kater heeft overgehouden aan zijn crowdfundingpoging. ‘Ik ben dankzij Kickstarter benaderd door een paar informals, met één van hen ben ik in zee gegaan. Ik praat nu met een producent en hoop begin volgend jaar op de markt te zijn met Springtime.’

 

Hoofdelijk aansprakelijk

Een belangrijke les heeft Marc van Wanroij van Keesmakers geleerd dankzij een campagne via Geldvoorelkaar: let op de kleine lettertjes. Op zich was de crowdfunding een daverend succes: de maker van een variant op kaas haalde mei vorig jaar na drie maanden anderhalve ton op, tegen een rente van 7,1 procent. Maar toen wilde Van Wanroij zijn handtekening onder de contracten zetten. ‘Zag ik ineens de naam van mijn vrouw staan. Die moest meetekenen, waarna ik begreep dat ik ook persoonlijk borg moest staan voor de lening.’ Op zich niet ongebruikelijk bij kredieten, maar Van Wanroij was dat nergens tegengekomen. ‘We hebben met Keesmakers bewust gekozen voor een BV, inclusief alle voor- en nadelen. We nemen al genoeg risico en willen niet ook nog eens persoonlijk aansprakelijk zijn voor leningen. Ik wil ook voorkomen dat als het verkeerd afloopt er emotionele investeerders voor mijn deur staan.’

De crowdfunding werd afgeblazen. Gelukkig stortten informals in de loop van het jaar bij, zodat het groeiverhaal van Kees kon doorgaan. ‘Geen kwaad woord over Geldvoorelkaar, hoor. Op dat laatste stukje na is het allemaal prima verlopen. En crowdfunding is denk ik vandaag de dag de juiste oplossing voor heel veel ondernemers die bij een bank niet terechtkunnen, omdat die zekerheden eist die je als startup niet hebt.’

Categorieën
Varia

Is dit een Porsche?

Porsche werd voor gek verklaard, toen het besloot zijn naam te lenen aan een suv. Puristen hadden al moeite met alles waar niet het magische getal 911 op stond, maar een hoogpotige modderknecht die ook nog eens techniek deelde met Audi en VW? Wahnsinn.
Niet dus. De Cayenne werd een succes dat de dappere, maar te kleine sportwagenbouwer lang aan klinkende omzetcijfers hielp.
Recenter waagde Porsche andermaal een controversiële merkextensie, met de Panamera. Die vierdeurs bleek ook al niet aan te slepen en dit jaar zoeken de Stuttgarters opnieuw de grenzen op van wat ze nog onder hun eerbiedwaardige merknaam kunnen vermarkten.
De Macan, een Cayenne in zakformaat, deelt meer techniek dan ooit met zijn Volkswagenfamilie. In feite is het een Audi Q5, die een gretige Porsche-muil kreeg en een bijpassend kontje, een interieur met Porscheklokken en de met knoppen overladen middentunnel die we kennen uit de Panamera.
Net als de Cayenne is de Macan bedoeld als de best rijdende suv van zijn segment, één die je uitdaagt om eens lekker tekeer te gaan en daar volop rijsensatie voor teruggeeft. Maar in dat laatste blinkt onze Macan S Diesel toch minder uit dan die fenomenale Cayenne. Op papier komt hij niets tekort: de V6 heeft voldoende puf om de Mac in 6,3 seconden naar de honderd te stuwen en is met een praktijkverbruik van 1 op 14 ook nog eens zuinig.
Het onderstel is, zoals we dat graag zien, met wat knopdrukken in een comfortabele of juist sportieve modus te dwingen. Dankzij de luchtvering en de beschaafde diesel is de Macan stil, rimpelloos en toch akelig vlot te rijden. Maar met dat sportieve wil het gevoelsmatig niet zo. De vering op straf en laag; gas, stuurbekrachtiging en schakelautomaat op standje sport en… mwoah. De Macan staakt het duiken bij stevig remmen, de automaat is alerter, maar echt venijnig wordt de mini-Cayenne niet. Zeker, de Macan is echt vlot, maar vergelijkbaar geprijsde Q5’en en BMW X3’s zijn nog iets sneller. Natuurlijk, dat zijn geen Porsches. Maar is de Macan dat wel?

Gereden: Porsche Macan S Diesel
Prijs: vanaf 75.400 euro

Macan

Categorieën
Startups

Sprout test: Rollor

Teun van der Laan (30) kwam bij het eten van sushi op het idee om de pakkentas opnieuw uit te vinden als sushirol. Het resultaat is, na anderhalf jaar ontwikkelen en zoeken naar de juiste fabrikant en materialen, eind vorig jaar op de markt als Rollor. Een kloeke koker, mooi afgewerkt met een helblauwe voering, twee handgrepen en een schouderstrap. Maar nu die belofte van Van der Laan en zijn compagnon Robert Hoes: met gepatenteerde rollology technology houdt de Rollor elk pak kreukvrij. Het rollen en een opstaande rand van stevig foam zorgen daarvoor.
Zodra je de gesp die de reuzensushirol bijeenhoudt opentrekt strekt zich ruim anderhalve meter tas uit, met aan de voet de gebruiksaanwijzing die toont hoe je je jasje bovenin legt, op een knaapje dat kan meerollen in de koker. De broek past er dwars onder, en dan begint het rollen. Even opletten dat het pak kreukvrij inrolt, maar de speling die de Rollor biedt lijkt voldoende om ons luchtige scheerwolletje niet in de knel te brengen. Maximaal 24 uur garanderen de Rollormannen een kreukvrije reis. Daar maakt een testpiloot meteen 3 volle dagen van, en wat blijkt? Het kostuum komt inderdaad exact zo eruit als het erin ging.
Een apart hebbeding, die rollor. Zwaarder dan een pakkentas, maar fraaier om te zien. ‘En je kunt er wat ruwer mee omgaan dan met zo’n tas: prop hem in je koffer, draag hem over je schouder op de fiets. Mensen hebben er ook behoorlijk wat bekijks mee,’ zegt uitvinder Van der Laan. ‘De douane is nogal eens nieuwsgierig, of wil ermee op de foto.’ En verkopen doet hij, ondanks zijn gerechtsvaardigde prijs van 179 euro, heel goed. ‘We liggen in zeventig winkels in de Benelux, in El Corte Inglés in Spanje en in de UK. Binnenkort gaat de Society Shop ons ook voeren, dat is ook een mooie erkenning.’ Eigenlijk missen wij vooral een verwenversie van leer met koperen accenten. ‘Dat laten we graag aan licentienemers over,’ zegt Van der Laan. ‘Ik ben uitvinder en zoek andere producten om de technologie op toe te passen’. En die zijn al gevonden, in de verpakkingswereld: de Bijenkorf gaat kleding versturen in de kartonnen Rollor Express.

Test_rollor

Categorieën
Auto's

Boefje

Het gaat goed met Jaguar. De sigarenlucht is er een beetje vanaf, de best prijzige wagens zijn niet aan te slepen in verre markten en over kwaliteit hoor je al helemaal niemand meer klagen. Maar dit bloedrode gifkikkertje is wel het fraaiste bewijs van de herrijzenis die Jaguar onder zijn Indiase broodheer Ratan Tata doormaakt.
Want hoe lang is het geleden dat een Jag geschikt was voor serieus atletisch werk? Aan cilinders en pk’s was nimmer gebrek, maar tweedeurs Jaguars waren toch vooral flaneer-GT’s, fraaie coupés voor grijze heren die in recht lijn snel waren, maar te zwaarlijvig om een Porsche 911 bij te houden.
De F-Type kan dat wel. Hij lust een 911 rauw bij zijn fish and chips. Zo kijkt hij tenminste, met dat brutale smoel en die gemene achterlichtjes boven vier orgelpijpen die als uitlaat dienstdoen. En het klinkt alsof de F-Type tot in het diepe Beierse zuiden de Duitsers de oorlog wil verklaren. Zijn V8 geeft eerst een chagrijnige brul, moppert de rest van de tijd wat voor zich uit maar zet een geweldige keel op bij het minste dotje gas. Dan snorkt, knettert en knalt een legioen hooligans achter je rug.
Een opgefokt typje, zeker, maar dat zelfvertrouwen maakt de F ook waar. Het is lang geleden dat er op een Jag zo weinig aan te merken was. De zit: als gegoten. Het interieur: als we de Ford-stengels even vergeten, bravo! De handgreep voor de passagier zit er niet voor niets en nog zo’n geintje: de stopwatch en g-krachtenmeter die diep, diep in het multimediamenu zitten weggestopt. Maar het toppunt van kwajongenslol is toch de brulknop tussen de voorstoelen waarmee je een klep in het uitlaatsysteem openzet.
De F stuurt lekker direct en met het gevoel dat hoort bij alle ambities. De achttrapsautomaat begrijpt op elk moment waar behoefte aan is. In standje sport blijft hij niet als een idioot toeren maken als dat niet nodig is, maar hij loert op elk moment dat de rechtervoet neerwaarts neigt. Poken of flipperen is vaak onnodig, maar te leuk om het te laten, al was het maar om dat viertal in je nek eens lekker te laten blazen.
En dan gaat het hard, hoor. Als de bijna 500 pk’s wat rek- en strekoefeningen mogen doen geeft de F geen krimp. Zo stijf als een plank boezemt hij vertrouwen in en blijft het zelfs comfortabel als het wat rustiger mag. Drie keer raden waar dat aan doet denken: aan de Porsche. Ja, die is nog iets perfecter, lichter en zuiniger, maar ook: niet zo’n boefje als deze Brit.

Gereden: Jaguar F-Type V8 S
Prijs: 145.400 euro

JaguarF

Categorieën
Startups

Sprout test: One night’s tent

Het festivalseizoen is begonnen, tijd om in de berging op zoek te gaan naar een matje en uit te vinden aan wie je je tentje had uitgeleend. Of wacht: in Delft heeft Devin Malone dé oplossing voor festivalgangers die geen zin hebben in gesleep met kampeerspullen. De One Night’s Tent – alleen al voor de naam verdient Malone een lintje – in combinatie met het PSSSH! eenmalige luchtbed.
Je bestelt wegwerptent en recyclematras vooraf via internet, waarna je ze op het festivalterrein kunt afhalen. Na gedane zaken wordt de tent ingeleverd in ruil voor statiegeld en gerecycled door een afvalverwerker. Een stuk groener dan de berg goedkope nylontentjes die de meute nu nog achterlaat.
De tent wordt op Lowlands uitgeprobeerd door een select eerste groepje klanten, op Down the Rabbit Hole beleeft het luchtbed eind juni al zijn primeur. Het opblazen van de trits luchtkamers die zichzelf sluiten zodra ze vol zijn, is even een klus, Malone levert een pompje erbij. Maar het 1,95 meter lange en 65 centimer brede luchtbed ligt daarna vorstelijk. En zo heel eenmalig is het niet: het testexemplaar gaat al maanden mee, als een luchtkussen lek raakt, heeft dat geen effect op de andere. Dat is nog eens nuttig gebruik van verpakkingsmateriaal – want daarvan is het matras gemaakt.
In feite bestaat het eennachtstunneltentje uit weinig meer dan twee stukken plastic, wat elektriciteitsbuis, een elastiek plus haringen van bioplastic. Malone moet het juiste folie nog bepalen – dit prototype is doorzichtig, dat slaapt niet zo lekker – en de buitentent zal iets breder worden. Maar het opzetten is dankzij het uitgekiende ontwerp een fluitje van een cent, de buizen lijken gemaakt voor dit werk en gaan soepel het plastic in, de haringen zijn steviger dan je zou verwachten. Binnen 5 minuten staat ons tentje, en de ruimte in de One Night’s Tent is ook helemaal in orde voor twee personen plus bagage. Voor 9,99 euro inclusief 2,60 euro statiegeld is de vederlichte PSSSH! een koopje, de One Night’s Tent is 29,99 euro, daar zouden we iets langer over nadenken. Maar Malone denkt dat hij wel sponsoren kan vinden die de prijs kunnen drukken. Zo’n tentenkamp in de huiskleuren van een biermerk, dat klinkt als een mooi gebaar voor een brouwer.

 

Tent_test

 

Categorieën
Auto's

Spitzenklasse

Er komt lijn in de smoelen bij Mercedes. De nieuwe C-klasse heeft dezelfde pronte, verticale grille met de naar achteren weggetrokken koplampen als het A-tje van de junior accountmanager en de S van de president-commissaris. Ook dat schuin afgestoken kontje past in het wagenpark met de ster op de kap. Op weg naar de directie-E is een C geen schande voor de ambitieuze manager: de Mercedes onder de middenklassers, nietwaar?
Als Mercedes biedt hij niet de meeste dynamiek van zijn klasse, al voelt (en is) de C 220 CDI lichtvoetiger dan zijn voorganger en stuur je hem met één pink door het verkeer. Maar vooral in comfort en veiligheid is de sedan spitzenklasse. Zijn schone diesel is bij constante snelheden mooi stil en de C is zelfs uit te rusten met luchtvering, net als de lekkere 7-traps automaat een noodzakelijke optie om er een Benz in beste traditie van te maken.
De elektronische veiligheidsvoorzieningen zijn, vergeleken met de Audi A4 en BMW 3-serie, die al wat langer meegaan, state of the art en komen deels uit de S-Klasse. Het opvallendst van alle snufjes is de bediening van de multimediawinkel, met aanraakgevoelige knobbel die moet voorkomen dat het bijna vrijstaande scherm beduimeld raakt. Het is even wennen en door de erg goede spraakbesturing vaak overbodig, maar het armpje-drukken met de concurrentie verloopt op dit niveau nu eenmaal via de boordelektronica.
Mercedes heeft het knapste wat zijn stofjassen konden bedenken wel weer gevat in een druk interieur dat lijdt aan iets te veel sportief bedoelde lijnen en tuttige glimmers, maar met de juiste combinatie van leer, lak- en overige accenten valt daar een mouw aan te passen. Ook het exterieur toont dat het merk inzet op nieuwe markten: nogal uitgesproken lijnen, vouwen en bulten geven de wagen een behoorlijke présence.
Uitgesproken is Mercedes trouwens ook in zijn prijsstelling: voor zestig mille staat de wagen op de foto nog steeds op schroefveren en houdt hij niet zelf de afstand tot zijn voorligger in de gaten. Dat blaakt van het zelfvertrouwen dat ook wel weer past bij een Benz.

Gereden: Mercedes C 220 CDI BlueTEC, vanaf 42.995 euro
image-3

Categorieën
Tests

Messias: Alfa Romeo 4C

Messias

Het is nogal een dingetje bij petrol heads: als de achterwielen niet worden aangedreven, is het geen echte auto. Jongens die ooit droomden van een hitsige Alfa Romeo, zijn daarom als heren op leeftijd allang uitgeweken naar andere merken. Alfa’s zijn opgedirkte Fiats, zolang ze zich via hun voorwielen door de bochten sleuren.
Maar er gloort licht aan de horizon. Sinds kort is het zelfs officieel: Alfa’s krijgen hun achterwielaandrijving terug, allemaal, aldus hoogste baas Harald Wester bij het ontvouwen van zijn vijfjarenplan. En in het eerste zonnestraaltje mogen Alfisti zich nu al koesteren: deze 4C. Nou ja, Alfisti: werkelijk iedereen met wie hij oogcontact maakt, valt als een blok voor het brutale Italiaantje. Ze kleven aan zijn bumper, houden halt voor een paar foto’s of staan gewoon een minuutje te dromen bij zijn gewelfde flanken, zijn pokdalige koplampunits en gretige kaken. De 4C is een nekkendraaier eerste klas.
Alsof het daarom gaat bij een skeltertje dat dankzij een chassis met koolstofvezel (Ten Cate zij dank) nog geen 900 kilo weegt, nauwelijks boven de stoeprand uitkomt en 240 pk achter de stoelen heeft. Precies: de Messiaanse Alfa staat voor onbespoten rijplezier. Er is niets comfortabels aan de instap, er is geen stuurbekrachtiging en ook bij gematigde snelheid houdt het turboblokje zich allerminst koest. Dat fluit en sist je nekharen overeind als het gas erop gaat en gromt ontevreden zolang legale snelheden op zijn racy digitale display blijven sukkelen. Kniesoren zullen klagen dat je niet kunt doorhalen tot achtduizend toeren, maar mensen zonder racelicentie zweten voor die tijd al peentjes. De klappen waarmee de zesbak door zijn verzetten peddelt, dat afgeplatte stuurtje dat een analyse van elk putdeksel doorgeeft; mamma mia! De 4C zet rondetijden neer waar dikke supersporters honderden pk’s meer voor nodig hebben, doet dat voor een habbekrats en levert een adrenalinekick die onbetaalbaar is. Deze Alfa mag boven ons jongensbed.

Gereden: Alfa Romeo 4C
Prijs: vanaf € 59.650

 

image-2

Categorieën
Tests

Knappe Jap

Mazda_6

Autofabrikanten hebben ons mooi tuk: brave gezinsrijders zijn dol op een mpv, suv of alle kruisingen daartussen. Die barsten allemaal van uitstraling en praktisch nut, maar leuker: ze zijn duurder dan een stationcar die hetzelfde te bieden heeft.
Toegegeven, een Mondeo, Passat of Peugeot 508 is niet echt sex op wielen, en dat geldt ook voor onze Mazda 6 SportBreak. Hoewel: zijn roofkatachtige smoel mag er zijn, die gekromde welving boven de voorwielen is ook best een tikje wild. Voor het overige is de decent donkerblauwe vijfdeurs er een volgens de huidige mode: een daklijn die naar achteren toe laag afloopt, een taille die het omgekeerde doet, dakrails erop voor de mooi, een kloek setje lichtmetaal eronder en klaar is kees.
Netjes gedaan van de Japanners, die doorhebben hoe we ons willen verplaatsen: in een ruim en rustig interieur, naadloos afgewerkt met prettige materialen. De multimediaknoppen voelen heerlijk solide aan, dat kleine chromen stripje op de bedieningshendel van de ventilatieroosters zit perfect op zijn plek. Daar is over nagedacht, vergaderd, gevijld en fijngeslepen: we worden in de watten gelegd.
Al rijdend geldt dat vooral voor de lekker schakelende zesbak en de wat lichte, maar toch gevoelvolle besturing. De benzinemotor is een meesterwerkje: 145 pk, voldoende soepel, maar met een praktijkverbruik van 1 op 15 echt belachelijk zuinig. Dat zijn dieselcijfers, en nog wel zonder turbo. Meer goed nieuws is het comfort: de vorige 6 was een stuiterbak. Met deze editie kunnen we ook flink tekeergaan, maar binnen de justitiële grenzen bieden vering en demping een acceptabel comfort.
Mazda boft maar. Ford kan zijn Mondeo pas volgend jaar aflossen, de Peugeot 508 gaat alweer een tijdje mee. Dat geeft de SportBreak een kans bij rijders die klassekoning Passat té doorsnee vinden of een beetje vooruit willen ondanks hun fixatie op 20 procent bijtelling. Binnenkort komt de SportBreak er als dikke diesel, en dan rijdt hij met 150 pk en een pakhuis aan koppel rondjes om de Duitse degelijkheid. Banzai!

Categorieën
ICT Innovatie Venture Capital

Printen in de cloud

Peecho gebruikt de cloud voor zijn online ‘printknop’. Hoe de cloud de manier waarop we drukwerk distribueren op zijn kop zet.

Categorieën
Software

Windows 8: overstappen?

Windows 8 is er, het nieuwe besturingssysteem waarmee Microsoft de grootste stap voorwaarts zet sinds Windows 95. De grote vraag: moet ik overstappen? En: is daar haast bij? Op Sprout.nl geef ik mijn visie.