Categorieën
Auto's Tests

Volvo S90: Directie-Volvo

Het is Volvo gelukt. Er zijn meer merken die zichzelf als premium afficheren om zich te nestelen tussen de Duitse Drie, maar er is altijd wel iets te vinden dat zo’n buitenstaander diskwalificeert. Bij de Volvo S90 kun je daarvoor lang zoeken.

De Zweedse limousine heeft natuurlijk de papieren om als alternatief voor een BMW 5-serie, Mercedes E-klasse en vooral Audi A6 te worden ingezet. De maten kloppen, de 254 pk’s van de 2-liter benzine zijn marktconform en achter alle elektronische veiligheids- en gemakssystemen kunnen we een vinkje zetten, inclusief parkeerrobot en een stuurhulp die de wagen tussen de lijntjes houdt.

Belangrijker is natuurlijk de uitstraling. Die van het merk staat, ook na zes jaar Chinees bewind, nog fier overeind. Maar de S90 zelf heeft ook aanmerkelijk meer smoel dan zijn voorganger, de degelijke, maar wat brave S80. De nieuwe directie-Volvo is elegant, scherp gesneden en zeker niet te bescheiden. Die (te) grote velgen en extra chroom waarmee onze leenauto is opgedirkt heeft hij ook helemaal niet nodig om indruk te maken.

Binnen begint het kloppen, tikken en wrikken dat elke uitdager van Duits vakmanschap zich moet laten welgevallen: zit het allemaal degelijk in elkaar? Zeker. Hout, leer, kunststof, geborsteld metaal: alles tadellos. De virtuele cockpit en de verticaal geplaatste iPad-achtige op de middenconsole is spielerei, maar wel functionele spielerei.

Rijdend valt op hoe goed de dikste Volvo comfort combineert met voldoende dynamiek. Ja, als het gas erop gaat laat hij horen dat hij graag toeren maakt – daarmee onderscheidt hij zich niet van de viercilinder Germanen. Vooruit, laat hem iets minder gretig bochten happen, in deze klasse gedraagt een chauffeur zich bij voorkeur niet als petmans in zijn derdehands hot hatch.

Met één ding blijft de S90 wel merkbaar achter bij de Duitse gebroeders premium: het gemak waarmee die hun prijzen opjagen zodra opties worden aangekruist. De directie die gaat downsizen, kan zich daardoor zonder gene luchtgeveerd laten verplaatsen. En vooruit, die B&W-installatie klonk ook voortreffelijk.

Gereden: Volvo S90 Geartronic Inscription

Vanaf 55.995 euro

Categorieën
Startups

Paypal in de polder

cover-sprout-3-2016-small

Succesvolle ondernemers gaan op een goed moment voor een exit. En wat is het nuttigste dat je kunt doen met de cash die dat oplevert? Precies: investeren in andere ondernemers. Wie zijn de business angels die het Nederlandse startuplandschap laten bloeien?

 

Anderhalf jaar nadat hij was gestart met Treatwell, een boekingsplatform voor schoonheidsspecialisten, verkocht Laurens Groenendijk zijn startup aan het Britse Wahanda. Voor een fenomenale 34 miljoen euro. Dat klinkt leuk, zegt Groenendijk, na 18 maanden even 34 miljoen vangen. “En misschien ben ik er wel een beetje trots op, maar er is ook een andere kant aan het verhaal: op het moment dat we verkochten, hadden we geen geld om de salarissen voor die maand te betalen.”

Groenendijk leeft niettemin de droom van veel ondernemers. En dat doet hij al sinds hij in 2013 de laatste aandelen van zijn restaurantboekingssite verkocht aan de Deense moeder Just-Eat. Ook een mooie exit, maar Groenendijk was teveel ondernemer om zich daarna volledig toe te leggen op projecten als een nieuw huis in Wassenaar. Hij zette zijn geld aan het werk bij andere startups: schade-app Fixico, modeplatform Miinto, verhuursite Zoef.com. En hij stoomde in een moeite door met Treatwell, waar hij collega-ondernemers als Marcel Beemsterboer (ex-Vakantieveilingen) en Arthur Kosten (ex-Booking.com) bij haalde.

De club waarmee Groenendijk zaken doet, leest als een wie is wie van Nederlandse business angels. Het lijkt Silicon Valley in de polder: oprichters van startups weten elkaar te vinden en doen samen mooie dingen met het kapitaal dat ze vergaren.

In de VS staat zo’n clubje bekend als de Paypal Mafia: Tesla-visionair Elon Musk, superinvesteerder Peter Thiel, Yammer-oprichter David Sacks, Reid Hoffman van LinkedIn: stuk voor stuk liepen ze binnen op PayPal toen dat voor grof geld werdd verkocht aan eBay en allemaal deden ze vervolgens spectaculaire dingen met hun cash, kennis en ervaring.

Hyves, Drukwerkdeal, Vakantieveilingen: de Nederlandse scene kent inmiddels ook exits die een klein peloton ondernemers gefortuneerd maakten. En het beste moet misschien nog komen. Krijgt Nederland zijn eigen poldermaffia?

“Er is absoluut een stijgende lijn in het aantal investerende ondernemers en het kapitaal dat ze uitzetten”, zegt Johan van Mil, oprichter van Peak Capital en in feite zelf informal investor, maar wel een die een paar jaar geleden besloot met een klein clubje een venture capitalfirma op te zetten. Hij kent zijn pappenheimers. “Het gaat met golven: voor mijn gevoel had je een jaar of vier, vijf geleden ook een periode waarin bedrijven werden verkocht en de oprichters erachter gingen rondkijken: wat zullen we eens gaan doen?” Nu wordt het ook weer drukker. “Heel goed voor andere ondernemers: die willen tempo maken, terwijl venture capitalfirma’s toch eerst bewijs willen zien en pas in een latere fase investeren. Dan is het goed om informals tegen te komen die geloven in hun idee en persoonlijkheid.”

Die investerende exitondernemers zijn vooral een fenomeen in de online wereld, waar in de e-commerce en door marktplaatsen flink geld is verdiend. Al ging dat tot nu toe op zo’n schaal, dat het nog altijd een overzichtelijk wereldje is.

Hubert Deitmers, met Endeit venture capitalinvesteerder, krijgt een zaal met 250 stoelen vol als hij samen met Peak Capital de top van de online wereld verzamelt voor de jaarlijkse LOEY Awards voor beste online ondernemers. Daar zitten ook mensen tussen op wie Endeit zijn geld heeft gezet – en die via exits ook zelf goed hebben verdiend, zoals de oprichters van Hyves, Improve Digital en Metrixlab.

En zo ontstaat een mooie kapitaalkringloop: in Deitmers’ laatste internetfonds investeren 25 ondernemers mee, ook mensen ‘uit eigen stal’. “Ha nee, daartoe verplichten we ze niet bij een exit. Maar hoe gaat dat: je stuurt een bericht uit over zo’n nieuw initiatief en dan melden ondernemers zich of ze kunnen meedoen. En waarom ook niet? Samen zie je meer voorbijkomen, en naar het deel van hun vermogen dat ze via ons investeren, hebben ze nauwelijks omkijken. Je ziet dat ondernemingen tegenwoordig sneller worden verkocht, door oprichters die relatief steeds jonger zijn. Mensen in de kracht van hun leven, die gaan niet de rest van de tijd golfen maar willen iets anders ondernemen.”

Regels zijn er niet, zegt de Endeit-oprichter: je tekent alleen voor je financiële commitment. “Maar het is natuurlijk een kleine wereld, dus als de ondernemers in wie we investeren met iets zitten, weten we bij wie ze moeten zijn. En dat is ook echt waarom Joop en ik hiermee zijn begonnen: we hadden zelf veel ervaring opgedaan met Endemol, dat echt niet vanzelf zo’n megasucces is geworden. Die ervaring wilden we graag inzetten om andere ondernemers te helpen. Geld komt op de tweede plaats. Ik heb wel eens gezegd: laten we die gesprekken over exits intern verbieden. We willen het liefst samen verder bouwen aan mooie ondernemingen.”

Ook Peak Capital zette vorig jaar een ‘all star fonds’ op, waarin deels dezelfde cashers participeren als in dat van Endeit, maar ook Marcel Beemsterboer (Vakantieveilingen) en Peter Driessen (Spil Games). Zo spreiden ze als investerende ondernemer hun risico’s. Samen investeren met partijen die met een eigen blik naar de businessplannen van anderen kijken, helpt daarbij.

En bedenk dat een week maar 7 dagen telt. Dat Marco Aarnink een deel van de verkoopopbrengst van Drukwerkdeal heeft geïnvesteerd in beide ondernemersfondsen, is dan ook geen toeval. Hij zette onlangs een punt achter zijn carrière als business angel. “Ik werd vanaf dag een door alles en iedereen uitgenodigd koffie te komen drinken en ik kwam nergens meer toe. Nu heb ik een klein portfolio opgebouwd, maar ik ben toch echt te jong om te stoppen met ondernemen.” Zijn portfoliobedrijven helpt Aarnink waar hij maar kan, maar mailtjes met mooie businessplannen stuurt hij voortaan door naar andere investeerders.

Gaan we een periode tegemoet waarin ondernemers die hebben gecasht massaal in anderen gaan investeren? “Waarderingen, ook al is er de laatste tijd wat lucht uit gelopen, zijn nog altijd geen exits,” waarschuwt Deitmers voor hallelujaverhalen. “Maar vergeleken met tien jaar geleden zijn er wel veel meer ondernemers actief en dat is precies waarvan we droomden toen we Endeit begonnen.”

Van Mil van Peak Capital weet dat de startuphausse niet eeuwig zal duren, en dat informals dat ook goed zullen merken. “Er zijn nu wel héél veel startups, misschien wel te veel. Er zal een terugslag komen. We zullen zien welke echt succesvol worden en hun angels geld opleveren.”

Maarten Beucker Andreae (42)

cashte met: 2dehands.be

investeert onder meer in: Ace & Tate, Travelbird, Crowdy House, The Next Closet, Crowdy House

“In Nederland was 2dehands.nl niet echt groot, vergeleken met Marktplaats, maar in België waren we wel een belangrijke partij. Die markt had Marktplaats links laten liggen. Toen eigenaar eBay ons benaderde, heb ik de boot aanvankelijk afgehouden, alles op alles gezet om van 2dehands.be de absolute marktleider te maken en de Amerikanen weer benaderd. Daar kwam in 2013 een topdeal uit: hoog in de multiples, volledig in cash en ik kon binnen een maand eruit.

Dat was ook hoog tijd, want ik zag om me heen allerlei investeringen gebeuren waar ik zelf graag bij had willen zijn. Ik ben onder meer in Ace & Tate gestapt, omdat daar een superondernemer achter zit die snel internationaal schaalt, en van mijn investering in Travelbird heb ik ook geen spijt. Ik doe ook veel samen met mensen als Willem Sijthoff, Marcel Beemsterboer en Floris Rost van Tonningen: samen is het leuker investeren, met mensen op wiens oordeel je vertrouwt. En op die manier kost het je ook niet teveel tijd.

Binnen TTY, het bedrijf waarmee we 2ehands opzetten, had ik namelijk al geparticipeerd in een handvol startups. Bij 2ehands moest er tot 2010 veel geld bij, en dat verdienden we door onze technische kennis te verkopen aan derden. Op een gegeven moment was nog maar een klein deel van onze 80 mensen met de marktplaats bezig. Maar toen door de crisis dat werk voor derden achteruitliep en ik mensen op de bank had zitten, zijn we met onze teams als een soort derde man, een CTO, in nieuwe ventures gestapt. Als ik een goed en creatief idee zag waarvan ik dacht: dat kan veel beter, en er was een klik met de ondernemer, konden we in zaken.

Na de verkoop van 2dehands staat hier nu Million Monkeys, een incubator met bedrijven als ClubCollect, billing software voor sportclubs, Makers Channel, een videoplatform voor influencers en Adgoji, een gaaf bedrijf dat op een totaal nieuwe manier handelt in online advertentieruimte. We beginnen meestal met een belang van minimaal een kwart maar ik betrek later ook externe investeerders bij de bedrijven: ik heb een lange adem, maar je wil niet de enige zijn die moet bijstorten. Zelf besteed ik 1 dag aan elke venture, ze zijn nu alle vier toe aan een grotere series A-ronde, wat betekent dat er ook groeikapitaal bij betrokken zal worden.

Ik steek natuurlijk niet al mijn geld in startups: ik zit ook in vastgoed, net als alle informals. Ik ben nu bezig met een pand dat ik wil inrichten voor scale-ups die supersnel internationaal willen schalen en groot denken.

Het verschil tussen ons en venture capital: zij zijn vooral gedreven door cijfers en storten alleen bij als het goed gaat. Wij hebben een lange adem, snappen hoe vaak je als ondernemer moet pivotten, fouten moet maken om te komen tot succes.”

Marco Aarnink (31)

cashte met: Drukwerkdeal

investeerde in o.m: B.I.G., Legalloyd, PIMMR, Bolt Mobility

“Een jaar nadat ik Drukwerkdeal had verkocht begon het bij mij te kriebelen: ik wilde weer iets van nul af aan opnieuw opbouwen en nam ik afscheid. Maar dan kom je van de ene dag op de andere thuis: iedereen is aan het werk en jij hebt niks te doen.

Ik begon mijn investeringsverhikel St. Elmo’s Fire, betrok er een financiële man bij en vervolgens kwam de een na de ander op me af: wil je meedoen met ons businessplan? Dat voelde goed, want het betekent ook letterlijk: weer ergens bij horen. Ik miste de spanning en de drive die een bedrijf met zich meebrengen enorm, en vooral mijn collega’s. Ik heb me daardoor te vaak laten verleiden door ‘te’ leuke gasten. Ik heb nu ook geleerd: niet alleen met emotie instappen, maar echt op basis van gedegen onderzoek.

De hoeveelheid die ik investeer, doe ik op gevoel. En als het zo uitkomt, investeer ik samen met anderen. Hoewel ik niet alle borrels afloop en niet echt bij een netwerkje zit. Dat is niet mijn wereldje: ik sta liever met mijn poten in de klei.

Ik had zelf vrij snel een portfoliootje van een stuk of acht bedrijven maar ik werd er niet gelukkig van. Zodra je investeert, krijg je allerlei vragen om hulp en advies. Dan word je meer adviseur of directeur. Zo’n rol past minder bij me, heb ik wel gemerkt bij VistaPrint. Ik miste de passie van het ondernemen. Werd wakker met het gevoel: daar heb je weer zo’n dag. Het is toch niet je eigen onderneming, je eigen idee of cultuur waar je je tijd in steekt.

Ik besteed nu een paar vaste momenten in de week aan deelnemingen als bijvoorbeeld een textielbedrijf als Rhinetex, dat een slag naar on demand levering moet maken. Heerlijk om je dagen van acht tot acht gevuld te zien, samen met de ondernemers een groeipad uit te stippelen, de markt internationaal verkennen, op zoek naar acquisities.

De waarde van een informal moet ook niet alleen in zijn geld zitten, maar het belangrijkste is: inspiratie voor het team. Zij moeten het verder oppakken. In een bedrijf waarin je investeert, zitten als het goed namelijk al uitstekende ondernemers. Daarom moet je je er als investeerder eigenlijk ook niet mee bemoeien. Ik zeg nu dus eerlijk: dit is mijn portefeuille en daar blijft het bij.

Ik ben ook in drie venture capitalfondsen gestapt. Ik geef gewoon een committment af, en daar word ik heel blij van: zij doen het werk waar ik niet goed in ben. Ze houden me ook in het netwerk, je krijgt zicht op wat er in de markt gebeurt, wat de interessante proposities zijn. Dat werkt voor mij heel goed.

Ik wil nu drie markten verkennen en deze zomer de keuze maken waar ik me op ga toeleggen. Ik ben een hele onrustige jonge gast die nog een keer zelf iets vanaf nul wil opbouwen.”

Laurens Groenendijk (42)

Cashte met: Just-Eat, Treatwell

investeert o.m. in: Tradono, Tryfleet, Fixico, CrowdyHouse, Zoef.com, miinto en Magnitude Space

“Wat ooit begon als papieren eetgids HapGids, ging online ontzettend goed. Het Deense Just-Eat stapte in, en uiteindelijk hebben we onze aandelen in 2012 verkocht. Daarna nam ik een sabbatical en kon ik mijn eerste investering doen: in Miinto, een marktplaats voor kledingwinkels. Toen mijn vrouw zich op een gegeven moment afvroeg waarom er geen boekingssite voor schoonheidsspecialisten bestond, was Treatwell geboren.

Dat twee voormalige Booking.com-managers, onder wie Arthur Kosten, ook meededen, was min of meer toeval, een van hen was bevriend met een andere mede-oprichter. Met onze ervaring hebben we Treatwell van begin af aan internationaal schaalbaar opgezet, 18 maanden nadat we live gingen werden we verkocht. Dat ging echt superhard.

Naast Treatwell heb ik al investeringen gedaan. Je komt leuke dingen tegen, zoals Fixico en Zoeff. En sommige dingen zijn ook al misgegaan: in Engeland stapte ik in Minicabster, een marktplaats voor taxi’s. Toen Uber daar de markt inging was het snel bekeken.

Aanvankelijk word je van ieder idee en de mensen erachter enthousiast en stap je in. Maar naarmate de tijd vordert, verlies je geld. Dan ga je denken: waardoor komt het?

Dat bepaalt je strategie: ik blijf bij mijn leest, marktplaatsen, en ga waar ik waarde kan toevoegen. Maar eerlijk gezegd: 30 procent is opportunisme. Ik probeer mijn bedrijven, het zijn er nu acht of negen, tot een niveau te brengen waarop ze zelfstandig draaien, al dan niet met professionele investeerders. Dan kost het me geen tijd meer.

Op het moment doe ik even geen nieuwe dingen en besteed ik vier dagen per week aan mijn bedrijven. In Iran ben ik een lokale Just-Eat aan het helpen, dat wil ik echt zelf doen, met een paar mensen om me heen. Want zo werk ik het liefst: het is hoe meer zielen hoe meer vreugd, en ik gun vrienden ook wat. Niet dat ze zeggen: ‘die Groenendijk heeft het lekker voor elkaar’.

Maar wat ik nooit meer wil is verantwoordelijk worden voor de operatie. Als founder word je een slaaf van je investeerders. Ik probeer nu de balans te vinden tussen investeren en operationele betrokkenheid.

Informals snappen beter wat ondernemen is dan puur financiële investeerders, maar uiteindelijk geldt onder de streep voor beiden de return on investment. Vaak helpt het om die jonge gasten met de neus op de feiten te drukken: ‘Brugfinanciering? Je bent technisch failliet. Als je niet snel iets doet, ben je de komende maanden zoet met het afwikkelen van het faillissement.’

Ik vind het logisch dat je als ondernemer die heeft gecasht gaat investeren. Als je ziet welke impact je kunt hebben, hoe je na vijf minuten praten jonge gasten met wie het slecht gaat ziet weggaan met het idee: ‘zo gaan we het doen’.”

Categorieën
Auto's

Porsche 718 Boxster: minstens zo goed

Schermafbeelding 2017-01-16 om 14.30.02

Porsche heeft een mooie manier van beknibbelen. Zijn Boxster – tegenwoordig staat er 718 voor zijn naam – heeft 2 cilinders ingeleverd. En alsof dat al niet genoeg pijn deed, is er nog een turbo op het nieuwe blok geschroefd ook!

Waarom niet meteen een driecilinder diesel erin? Maar ho, wacht, stop: in ruil voor alle zuinigheid krijg je wel meer pk’s dan ooit, 350 pk zelfs in deze 2,5 liter S. En de Duitse topingenieurs hebben meer wisselgeld. Het chassis en de stuurinrichting zijn rigoureus aangepakt voor een modelupdate die de 718 op papier verlost van zijn status als poor man’s 911.

Op het asfalt laat hij dat stigma helemaal achter zich. Het is al genieten van de cockpit, bijna een-op-een overgenomen uit de 911. Die tellers met blokkerige cijfers, de chronometer op het dashboard en die fraaie brede middenconsole: alles zit waar het hoort in een Porsche, solide als graniet en blakend en glimmend van maniakale ingenieursambitie.

Maar dan moet toch die sleutel eens om. Het blaft, het snorkt en het schudt: yep, dit zijn 4 cilinders. Ze komen wat tot bedaren zodra ze op temperatuur zijn, maar stoffen kapje dicht of niet, ze overschreeuwen het gemopper van de kniesoor die aan een zescilinder hecht. Jazeker, de 718 kan roffelen als een Subaru Impreza, en het is andere koek dan het hese gerasp van zijn voorgangers maar het is toch smullen geblazen.

En dan het rijden. Dat doet de 718 godsgruwelijk hard, niet eens oncomfortabel en zo lichtvoetig en trefzeker als je van een volbloed met de motor vlak achter je nekharen mag verwachten. In iets meer dan 4 seconden kun je naar de 100, maar wie wil rechtdoor met iets dat zo goddelijk stuurt? De 718 kan veel meer aan dan de baas durft, waarbij de DoppelKupplung flitsend maar onverbiddelijk het optimale verzet kiest. Om de boel lekker in de toeren te jagen zul je moeten flipperen – met je rijbewijs als inzet.

Deze Boxster kan alles minstens zo goed als de 911. We moesten maar eens afstappen van het idee dat de 911 de enige échte Porsche is.

 

Gereden: Porsche 718 Boxster S

Prijs: vanaf 82.900 euro

Bijtelling: 25%

Categorieën
ICT

Radically Open Security

Schermafbeelding 2017-01-16 om 14.20.23 Schermafbeelding 2017-01-16 om 14.19.55Melanie Rieback (35) test met Radically Open Security hoe veilig IT is voor aanvallen van buiten. Haar bona fide hackers doen dat op een radicaal andere manier dan de gevestigde orde: ‘Bij alles wat wij doen, mag de klant over onze schouder meekijken. Uiteindelijk wil ik de security-industrie dwingen tot eenzelfde openheid.’

‘Het idee voor Radically Open Security is geboren in mijn tijd bij ING. Daar was ik tot begin 2014 verantwoordelijk voor de response op cyberaanvallen. Daarvoor schakelden we ook security-experts van buiten in, maar ik werd kwaad over de manier waarop die te werk gaan. Ze komen binnen met een air van: ‘wij nemen de boel wel even over, we gaan niet uitleggen wat we doen want dat is toch veel te ingewikkeld om te snappen.’

Nou, dat valt wel mee. Ik programmeer zelf al vanaf mijn 7de, studeerde informatica in Miami, Delft en Amsterdam. Ik ben aan de VU gepromoveerd op de veiligheid van RFID, de draadloze chips die onder meer in de OV Chipkaart zitten. Ik ben er ook jarenlang Universitair Docent geweest, tot ik het eindeloos schrijven van subsidievoorstellen om onderzoeksgeld binnen te halen zat was en besloot over te stappen naar het bedrijfsleven.
Bij ING kwam ik terecht na een jaar bij Citrix in Canada gewerkt te hebben – ik miste Nederland gewoon te erg. Als securitymanager bij ING leek het me wel zo verstandig om mee te kijken hoe die security consultants de aanvallen aanpakten. Ik zei: ‘ik wil zo veel mogelijk van jullie leren’. Nou, dat vonden ze niet leuk. Ze ‘vergaten’ me toegang te geven tot hun logbestanden, ze probeerden hun werkwijze te verbergen. Terwijl ik ervan overtuigd ben: alleen als je een klant laat zien wat je doet en ook hoe je het doet, kun je hem leren hoe hij zelf zijn systemen veiliger kan maken.

Ik vroeg collega’s bij andere bedrijven wat ze vonden van die geheimzinnigheid. Hun antwoord was meestal: ‘ik vind het ook niks, maar wat moeten we anders?’ Dat bracht me op het idee voor Radically Open Security. Ik legde het plan voor aan een vriend, die meteen enthousiast was. Binnen twee weken besloot ik mijn baan bij ING op te zeggen en startten we Radically Open Security.

De naam voor het bedrijf en onze 5 kernwaarden had ik al op dag twee bedacht: ik ben echt begonnen vanuit het why. Heel belangrijk voor ons is het teach to fish-principe: geef iemand een vis, en hij heeft een dag te eten. Leer hem vissen, en hij heeft de rest van zijn leven te eten.

Vervolgens stelde ik mezelf de vraag: wie zijn de beste hackers die ik ken? Ik ging ze stuk voor stuk langs, en ze wilden bijna allemaal meedoen. Binnen anderhalve maand na mijn vertrek bij ING hadden we onze eerste klant voor onze pen-testen, dat zijn de penetratietesten waarmee we – met toestemming natuurlijk – proberen in te breken in de systemen van onze klant. Dat is voor 10 procent een kwestie van software, maar 90 procent is menselijke creativiteit.

Vanaf de start ging de groei eigenlijk vanzelf – aan sales doen we niet, mond tot mondreclame doet zijn werk wel en ik spreek regelmatig op congressen.

We hebben snel een reputatie opgebouwd. Wat we doen valt ook nogal op in de IT-wereld, want we zijn echt radicaal anders. We zijn om te beginnen het enige not for profit securitybedrijf ter wereld. We zijn een fiscale fondsenwervende instelling: we schenken onze winst onbelast aan een maatschappelijk doel. In Nederland werkt bijvoorbeeld Regina Coeli zo, beter bekend als de Nonnen van Vught. In ons geval gaat 90 procent van de winst naar stichting NLnet, dat maatschappelijk relevante open source- en onderzoeksprojecten rond internet steunt. De overige 10 procent verdelen we over alle medewerkers, naar rato van de uren die ze hebben gedraaid.

De medewerkers van ROS zijn allemaal freelance: van de administratie tot de hackers, van de mensen die de rapportage schrijven tot de businessmensen: iedereen is zzp’er. Mensen die eraan hechten zelf te bepalen waar en wanneer ze willen werken. Ik ben net zelf twee weken in Zuid-Afrika op reis geweest en werk het liefst vanuit huis. We zijn wat je noemt een distributed online organisatie: onze experts werken vanuit de hele wereld en houden contact met elkaar via ons eigen online samenwerkplatform.

Maar onze open aanpak is natuurlijk wat ons echt onderscheidt: bij elke stap die we zetten, elke regel code die we checken of bouwen voor de klant, mag die meekijken. Hij krijgt toegang tot ons chatplatform en het platform waarop we software ontwikkelen, zodat hij alles kan volgen. De software die we gebruiken, is open source en kan hij zelf ook gebruiken. Wij doen niet geheimzinnig, we zetten nergens een black box neer die dingen met je data doet waar je geen zicht op hebt. In principe zou de klant zoveel van ons kunnen leren, dat hij zonder ons kan. Maar de ervaring is dat ze allemaal regelmatig terugkomen.

Toch blijft het een principieel verschil tussen ons en de gevestigde orde: ons doel is onze klanten en de maatschappij tot nut te zijn, bij de meeste concurrenten is de klant het middel, maar geld het doel. Wij zijn idealisten, en werken bijvoorbeeld tegen kostprijs mee aan projecten als de NetAidKit, een veilige wifirouter die wordt ontwikkeld door Free Press Unlimited. (zie kader)

We zijn nu met 40 man en hebben meer dan 20 klanten, uit de energiesector, het onderwijs, de verzekeringswereld, de overheid en de non-profitsector: dwars door alle branches heen. We hebben op dit moment een stuk of 15 offertes in de pijplijn en winnen ongeveer de helft van alle aanbestedingen. Onlangs heb ik getekend met een klant in de VS, die alleen al goed is voor een omzet vergelijkbaar met wat we in 2015 in totaal hebben gedaan.

Winst maken we nog niet, deels doordat we veel tijd investeren in onze interne infrastructuur en processen. En onze snelle groei kost ook geld. Ondanks dat we niemand op de loonlijst hebben: je moest eens weten hoeveel tijd het kost om alle offertes en testrapportages op te stellen!

Maar we zijn superschaalbaar doordat we met freelancers werken. Hackers kennen ons goed en we zijn een aantrekkelijke partij om voor te werken. Opdrachtgevers genoeg, maar de community is het een beetje zat te werken voor securitybedrijven die zich ook laten betalen door overheden die de burger bespioneren. Als ik een extra kracht nodig heb, is dat hét moment om ons netwerk weer eens uit te breiden.

Op korte termijn wil ik ROS tot een stabiel en productief bedrijf maken. Op middellange termijn wil ik de securitymarkt disrupten met onze aanpak. Ik hoop dat ons succes ertoe leidt dat de rest van de branche de lat gewoon hoger legt, ik wil ze dwingen zélf opener te worden.

Maar mijn grootste droom is dat Radically Open Security als not for profitbedrijf een schoolvoorbeeld wordt voor andere ondernemers die, in welke branche dan ook, maatschappelijk nuttige doelen willen koppelen aan hun bedrijf. Ergens in de geschiedenis is het verkeerd gegaan en begon alles om het geld te draaien. Maar in mijn ogen was een onderneming ooit bedoeld als een samenwerkingsverband om de maatschappij te dienen.’

 

NetAidKit

Vraag het maar aan Snowden: zodra je internet gebruikt, ben je niet zomaar veilig voor meeloerende overheden. Rieback en de haren zijn nogal voor individuele vrijheid en werken daarom met ROS mee aan de ontwikkeling van de NetaidKit. De wifirouter die ook digibeten in staat stelt onbespioneerd gebruik te maken van internet is een initiatief van Free Press Unlimited, dat zich ermee richt op journalisten en bloggers die onder moeilijke omstandigheden hun werk moeten doen.  De open source software is af, de handzame router zou elk moment leverbaar moeten worden.

De 5 principes van ROS

Geen schimmig gedoe

We bouwen geen bewakingssystemen, gaan niet achter activisten aan, verkopen geen lekken aan veiligheidsdiensten. Als een klus ethisch gezien ook maar enigszins twijfelachtig is, doen we hem niet.

Leer vissen

We delen niet alleen onze resultaten met onze klant, maar beschrijven ook stap voor stap hoe je zonder ons dezelfde audit of procedure kunt doorlopen. Wat we doen is geen rocket science, en we willen echt helpen je bedrijf veiliger te maken… zelfs als dat ons toekomstige omzet kost.

Open source

Alle software die we bouwen zetten we als open source op onze website.

Gratis IOC’s

We zetten alle tekens die wijzen op een veiligheidsinbreuk, de zogeheten Indicators of Compromise, in een gratis te gebruiken database.

Zero days

We verkopen geen zero-days, de lekken in software die onmiddellijk moeten worden gedicht. We nemen onze verantwoordelijkheid en maken ze openbaar!

Facts & fugures

Wereldwijd wordt 75 miljard dollar uitgegeven aan IT-beveiliging, aldus marktonderzoeker Gartner, 4,7 procent meer dan het jaar ervoor.

Verzekeraar Lloyds schatte de directe en indirecte schade van cybercrime (in 2015 wereldwijd op 400 miljoen dollar.

Bij een van de grootste cyberaanvallen van 2015 kwamen de persoonlijke gegevens van 37 miljoen gebruikers van Ashley Madison, een datingsite voor vreemdgangers, op straat te liggen.

De 85 miljoen schade die Sony Pictures leed nadat hackersgroep Guardians of Peace eind 2014 vijf films, het script van de nieuwste Bond-film en massa’s e-mails buit maakte en verspreidde, was verzekerd. Het gezichtsverlies, mede door mails met foute grappen over Barack Obama en gescheld op Angelina Jolie, was onherstelbaar en kostte Sony-baas Amy Pascal de kop.

Categorieën
Innovatie Startups

Test: Beam Labs projector

Schermafbeelding 2017-01-16 om 14.04.16Hij was begin vorig jaar al een hit op Kickstarter en eindelijk hangt ‘ie dan boven de keukentafel: de Beam. Je schroeft hem in een lampfitting en hij projecteert Netflix-films, Prezi-presentaties of wat je maar aan online content en apps kunt vinden. De bediening verloopt via je smartphone.

Kleine beamers die draaien op Android zijn er genoeg, maar deze is even uniek als briljant door zijn vorm: aan zijn fraaie eigen snoer leg je hem op zijn kant op tafel voor een muurprojectie. Op het nachtkastje maakt hij van de slaapkamer een megabioscoop. Bij een klant heb je een gouden binnenkomer voor je pitch.

Natuurlijk is zo’n picobeamertje geen krachtpatser, maar het beeld valt helemaal niet tegen. Eigenlijk steekt alleen het geluid uit de ingebouwde speaker er wat povertjes bij af – op te lossen met een bluetooth-setje. De bediening via een smartphone-app gaat vlot en vloeiend.

Echt: petje af voor Guust Hilte, Thomas de Wolf en Don Molenaar (allen 30), de gouden driehoek achter Beam Labs. Hilte is de bedenker van de schemerlamp annex pretprojector, De Wolf maakte er als engineer een product van en Molenaar sluit de commerciële zijde van de driehoek.

Zij slaagden erin de ruim 1700 crowdfunders die in februari hebberig werden van de Beam, al in november hun gadget te sturen. “We hadden geïnvesteerd in een prototype, maar die Kickstart was nodig om het ontwerp productieklaar te krijgen en een eerste batch te laten produceren in China,” zegt Molenaar. “Levering was beloofd in oktober, dus we hebben het helemaal niet slecht gedaan, vergeleken bij andere Kickstartercampagnes.”

Na die eerste tweeduizend Beams – afgezien van wat overkomelijke softwarebugs voldeden ze boven verwachting – is fase twee aangebroken: de productie opschalen en een distributie- en salesnetwerk opzetten. Coolblue, Bol.com, de Bijenkorf: de Beam ligt zo te horen vanaf deze maand op de juiste plekken in de etalage, ook elders in Europa, de VS en Azië.

De drie ondernemers achter Beam Labs haalden een miljoen op bij twee ‘superinformals uit de Quote 500’ om het te financieren. “We zijn nog te klein voor vc-geld en bij de bank hoeven we niet aan te komen. Het wordt vooral spannend of we op tijd klaar zijn voor het eind van het jaar, als de kerstverkopen losbarsten.” Op de – ook al goed verzorgde – verpakking kan de Beam tegen die tijd de logo’s van prestigieuze iF Design Award én de Red Dot Award afdrukken. Wij zijn dus niet als enige onder de indruk van het Nederlandse schemerwonder.

Categorieën
Auto's Tests

Renault Talisman

Schermafbeelding 2017-01-16 om 14.24.26

Lastig segment, dat van de Passats, Mondeo’s en andere vierdeurs middenklassers die door mpv’s, suvs en hun kruisingen worden overvleugeld. Maar Renault gelooft er nog in – de wereld is groter dan een blasé hoekje van Europa. Voilá de Talisman, die in naam, uiterlijk en kwaliteiten zijn voorganger Laguna moet doen vergeten.

Nou ja, die was allang uit de leaselijstjes geschrapt. Maar de Talisman mag er gerust op. Voorwaarde is wel dat affiniteit met Duitse concurrenten ontbreekt. De Talisman is namelijk lekker Frans. Ruim, gedurfd comfortabel en met een uiterlijk dat ondanks zijn conservatieve sedanvorm toch veel nekken doet draaien. Zijn pruillip, die doorgetrokken koplampen en de naden tussen de carrosserie ogen een tikje grof, maar spreken wel.

Binnenin zullen Teutoonse perfectionisten zich ergeren aan de gebruikte kwaliteit plastic en de omslachtige bediening van vooral de multimedia. En dan die enorme bezemsteel van een versnellingspook! De Talisman schakelt er helemaal niet verkeerd mee, trouwens.

Het motortje is een dappere dodo, je vindt hem ook in Méganes, Clio’s en Mercedes A-klassers, maar zelfs deze 4,85 lange kantoorbak helpt hij adequaat vooruit. Verwacht geen wonderen, uitgezonderd het verbluffende praktijkverbruik van 1 op 22 als je het rustig aan doet.

En dat doe je, want de bijzondere vierwielbesturing maakt deze Talisman met zijn meedraaiende achterwielen nog niet tot asfaltridder. Dat geldt ook voor het onderstel, waar in standje sport de demping een beetje ruzie krijgt met de vering.

Zoals gezegd, zeker in deze 21%-uitvoering is deze Grande Mégane geen wagen voor pietlutten. Maar hij is wel royaal, ook in zijn uitrusting, en bijzonder sympathiek: zelfs als Estate is hij zuinig genoeg voor 21% bijtelling.

Gereden: Renault Talisman dCI 110 Intense

Vanaf 35.090 euro

Categorieën
Innovatie

Masters of Challenge

De meeste ondernemers uit de Challenger50 dagen de gevestigde orde slechts een keer uit, maar sommigen houden zo van het spel dat ze van disrupten hun handelsmerk maken. Sprout bracht vier superchallengers bij elkaar voor een masterclass uitdagen. Leer van de triomfen en missers van Michiel Muller, Peter Verhaar, Pieter Schoen en Jan-Peter Cruiming.

Een historische bonk staal op palen is het Amsterdamse restaurant REM Eiland. Vanuit dit werkeiland zond in 1963 op volle zee de eerste commerciële tv-zender van Nederland uit. Een huzarenstukje van de Rotterdamse scheepsbouwer Cornelis Verolme – tot een noodwetje korte metten maakte met de uitdager van het omroepbestel.

Het zeeplatform torent nu als monument voor challengers uit boven het Amsterdamse havengebied. Tijdens wind en slagregens is vooral de klim naar boven uitdagend voor Michiel Muller (Picnic), Peter Verhaar (Monefy), Pieter Schoen (NL Energie) en Jan-Peter Cruiming (Jobbird).

Ze kennen elkaar niet, maar vinden al snel veel overeenkomsten. Alle vier hebben ze de gevestigde orde al vaker met verschillende bedrijven uitgedaagd, maar toch is het challengen niet hun levensdoel als ondernemer.

“Het is natuurlijk mooi om wat wij doen challengen te noemen, maar niemand hier aan tafel is met ondernemen begonnen omdat hij lekker wilde schoppen tegen de gevestigde orde”, zegt Michiel Muller. “Challengen is een gevolg van wat je doet. Met Tango brachten we een innovatie in een grote markt, mensen zaten daarop te wachten. Logisch dat marktleiders daar veel last van krijgen, er komt per definitie reuring in de tent omdat de media er graag over schrijven.”

Pieter Schoen herkent dit, frustratie is voor hem de basis van veel van zijn bedrijven en deelnemingen. Neem zijn nieuwste startup: Sodan. Ontstaan omdat hij het ‘van de zotte’ vindt dat je in Nederland alleen geld kunt overmaken als de banken open zijn en het dan nog 24 uur duurt voor het op een andere rekening staat. “In Scandinavië kan het nu al binnen een uur, in Nederland hoeven de banken het pas over vier jaar mogelijk te maken. Dat gaan ze dan voor veel geld en met dure consultants regelen. Sodan is een betaal-app waarmee je geld realtime, 24 uur per dag aan elkaar kunt overmaken.”

In die financiële wereld ben je al snel een challenger, heeft Peter Verhaar aan den lijve ondervonden. Of liever gezegd: keer op keer, de laatste tijd met Monefy, een startup die peer to peerleningen voor mkb-bedrijven mogelijk wil maken. “Die markt is volledig gesloten: drie banken beheersen 95% van elk segment. In zo’n ondoordringbare markt moet je je wel als challenger opstellen. Met Monefy zijn we aan het beuken, beuken, beuken om erdoor te komen.”

Dat het de hoogste tijd was om het zelf beter te gaan doen, vond ook Jan-Peter Cruiming, die in een vorig bestaan als recruiter moest werken met Monsterboard. “Een leuk Amerikaans idee om vanuit internet vacatures te verzamelen, maar ik vond het een hele slechte site. Dat kan beter, besloot ik. De arbeidsmarkt zit in mijn genen, ik vind het belangrijk om het vacatureaanbod efficiënter en transparanter te maken. Zo ontstond de Nationale Vacaturebank.”

“Wist je trouwens dat we de Nederlandse Energiemaatschappij haar naam te danken heeft aan de Nationale Vacaturebank?” roept Pieter Schoen dan tegen Jan-Peter Cruiming. “Het voorvoegsel Nationale bleek enorm te helpen bij jullie naamsbekendheid, toen zijn we met Nederlandse begonnen.” “Als er Nederlandse voorstaat, moet het wel goed zijn!” lacht Peter Verhaar.

Een goede naam is dus cruciaal voor een challenger. Wat zijn volgens jullie verder nog kenmerken?

Pieter Schoen: “Snelheid en wendbaarheid. Mijn concurrenten zijn bedrijven met enorme vaste kosten, die kunnen niet snel beweren. En het helpt dat je jong bent: bij de NL Energie werken 330 mensen met een gemiddelde leeftijd van 27 jaar. Iedereen heeft maar één doel: targets halen.”

Michiel Muller: “Inderdaad: grote partijen hebben meer geld, meer media aandacht, meer ervaring, meer mensen, meer bekendheid. Ze hebben alles beter voor elkaar, behalve één ding: snelheid. Als je ze eenmaal gaat challengen, kun je ze daar helemaal gek mee maken. Je deelt een prikje uit en ze liggen drie maanden op apegapen. Je hoort ze denken: hoe gaan we hierop reageren?”

Geef eens een voorbeeld

Michiel Muller: “Shell had bedacht om op de radio te vertellen dat Tango slechte benzine verkoopt. Wij vroegen of we mochten reageren: ‘Wat die meneer van Shell zegt is raar, wij kopen onze benzine bij Shell’, zeiden wij op radio 1. Ze waren compleet uit het veld geslagen, zulke reuzen zijn simpelweg niet gewend om aangevallen te worden door een jonge, kleine partijen. Ze weten echt niet hoe ze het hebben en vinden het bijna schandalig dat iemand dat durft.”

Pieter Schoen: “Grote bedrijven zijn te log om zelf aan te vallen. De energiemaatschappijen kopen hun energie bijvoorbeeld gespreid over het jaar in. Toen in 2009 de olieprijs kelderde, konden ze daardoor niet mee in de prijsdaling. NL Energie kocht op de spotmarkt in en liet Natasja Froger zeggen: ‘Wat doen die grote oliemaatschappijen toch? Die verhogen hun prijs terwijl de olieprijs daalt? Ik weet wel een oplossing!’

Kunnen omgaan met weerstand lijkt ons ook een voorwaarde voor challengers

Peter Verhaar: “Ergernis, schoppen tegen het bestaande systeem is voor mij belangrijk. Bij ABN Amro heb je weinig aan mensen die zich ergeren: je kunt toch niets veranderen aan je eigen bedrijf. Voor mij is de AFM de vijand. Ik heb ze meermalen gezegd: door jullie gezeur is het bijna onmogelijk een nieuw bedrijf te starten. De vergunning die Monefy nu eindelijk heeft kostte me anderhalf jaar en 4 ton aan advocaatkosten. Ga dat maar eens uitleggen aan je investeerders. De Nederlandsche Bank beschermt de bestaande orde: die drie banken hebben absoluut geen behoefte aan concurrenten. DNB wenst me echt dood. Dat vijandbeeld gebruik ik ook intern: ik motiveer mijn medewerkers door tegen ze te zeggen dat we die drie banken kapot gaan maken.”

Jan-Peter Cruiming: “Ik had vroeger de uitgevers tegenover me die nog veel geld verdienden aan vacatures op papier. Mijn medewerkers zorgden dat op zaterdagavond de vacatures uit de kranten al online stonden. Dat vonden ze natuurlijk helemaal niet leuk! Ze  spanden een zaak aan, maar ik had gelukkig een hele goede advocaat en won. Dat leverde weer een hele hoop publiciteit op.”

Hoe belangrijk is de prijsstelling van een challenger, moet je per se goedkoper zijn dan de gevestigde orde?

Michiel Muller: “Zeker. We zetten met online supermarkt Picnic in op gratis bezorging en de laagste prijzen in de markt. Hoe dat uitkomt? Albert Heijn heeft een ongelofelijk duur model met busjes die de hele dag kriskras rondrijden in steden ver weg van het distributiecentrum. Wij konden Picnic beginnen met een wit vel papier: zo moet het met de nieuwste technologie. In elke stad waar we starten werken we vanuit lokale hubjes. Het is een kwestie van goede software, hubjes openen, elektrische wagentjes kopen en mensen aannemen. Ik denk overigens wel dat je naast de prijs ook moet onderscheiden in je businessmodel, anders kom je nergens.”

Peter Verhaar: “Je moet zeker goedkoper zijn dan de gevestigde orde. Ik ben ook bezig met een challenger in de hypotheekmarkt die wil ik 50 basispunten goedkoper aanbieden dan de rest. Als ik dat niet goedkoper doe, gebeurt er niets.”

Is challengen niet ook gewoon een marketingtrucje? Schoppen tegen de reuzen wekt sympathie bij het publiek.

Michiel Muller: Met Route Mobiel zijn we vooral vol tegen de ANWB ingegaan omdat we geen tijd hadden om het rustig aan te doen: september was de opzegmaand voor ANWB-leden en wij gingen in juni live. We hadden drie maanden om naamsbekendheid te krijgen en hebben toen heel bewust een vergelijkende reclame gemaakt om de Wegenwacht te plagen.”

Jan-Peter Cruiming: “Wij zetten ons in advertenties van Jobbird bewust af tegen onze grote concurrent, in ons geval Monsterboard: ‘Bent u ook zo geschrokken van die Monsterlijke factuur?’ Wij hebben elke week een kill Monsterdag. Dan gaan we lekker bellen.

Maar ik vind het wel belangrijk dat er achter die kreten een onderscheidend product zit: bij ons is vacatures plaatsen gratis, bij hen kost het 400 euro.”

Michiel Muller: “Nu bij Picnic hoeven we niet te schoppen. Ik wist dat zelfs als we ons verhaal zeer genuanceerd zouden brengen, zonder de naam van de marktleider in de mond nemen, de media het zouden hebben over een online supermarktoorlog. Mensen houden een beetje van strijd en Nederlanders zijn dol op de underdog. Dat is mooi meegenomen.”

Pieter Schoen: “Wij hebben met de Nederlandse Energie Maatschappij heel hard geschopt tegen de gevestigde orde. Energie is nou eenmaal een low interestproduct zonder kwaliteitsverschil. Mensen waren in begin best angstig om te switchen, schoppen was nodig om de markt in beweging te krijgen. Toen bellen en van deur tot deur gaan niet meer werkte, zijn we de campagnes met bekende Nederlanders begonnen: Natasja Froger, Maurice de Hond, Frans Bauer en Johan Derksen. De campagne begon te irriteren omdat de media maar doorgingen met het plaatsen van die advertenties: we kochten de campagnes namelijk in op basis van no cure no pay en rekenden af per aangebrachte klant. We wonnen drie keer de loden leeuw voor meest irritante reclame. Natuurlijk werden we ook wel eens op de vingers getikt door de reclamecodecommissie, maar dat stelt niks voor. Je moet binnen een maand de campagne stoppen, terwijl die bij ons maar voor zes weken gepland stond. Die berisping zorgde bovendien alleen maar voor nog meer publiciteit”.

Heeft een challenger een houdbaarheidsdatum?

Pieter Schoen: “In het begin moet een challenger brutaal zijn, maar uiteindelijk vinden mensen het toch niet leuk als je blijft schoppen. De Nederlandse Energie Maatschappij is zoveel irritatie gaan oproepen, dat het tegen ons is gaan werken en we ons anders moesten positioneren. We zijn nu als NL Energie de vierde speler op de energiemarkt en noemen onszelf ‘een sympathieke uitdager.’”

Peter Verhaar: “Als een bedrijf te groot wordt, gaat de spirit er vaak uit. Er zit nog wel iets uitdagends in de genen, maar de drive om de eerste te worden, verdwijnt. Voor een deel komt dit doordat de oprichters eruit stappen, maar het heeft ook iets met schaal te maken. Kijk naar Binck, dat Alex heeft overgenomen en nu heel groot is. Ze vertonen gedrag dat ze vroeger verafschuwden en worden nu op hun beurt uitgedaagd door DeGiro.”

Jan-Peter Cruiming: “Toen ik Nationale Vacaturebank verkocht aan VNU was het de nummer 1 van Nederland en leek onverwoestbaar. Na de overname ging het bergafwaarts, nu zijn ze de nummer 7. Als boekhouders het overnemen gaat het fout, concludeerde ik.”

Jullie zijn serial challengers. Waarom gaan jullie telkens opnieuw die uitdaging aan?

Peter Verhaar: “Met Alex was ik een van de eerste succesvolle disruptors in de financiële sector. We hadden een marktaandeel van 35% en hebben de banken echt pijn gedaan in hun verdienmodel. Na de verkoop van Alex kwamen de jongens van Monefy langs met hun plan: de banken uitschakelen met een peer-to-peermodel waarin mensen rechtstreeks aan elkaar lenen. Ik was meteen enthousiast: dat spelletje ken ik, dat heb ik in 1994 ook al eens gedaan!”

Pieter Schoen: “NL Energie is volwassen geworden. Het rebelse is wat minder, hoewel we nog steeds groeien. Intussen heb ik veertien deelnemingen en vind ik het opzetten van iets nieuws, het disrupten, het bouwen, het challengen gewoon hartstikke leuk. Je creëert iets. Bij Sodan gaat veel reuring komen. Ik hoop dat ik anderhalf tot twee miljoen downloads krijg, dan kan niemand er omheen.”

Michiel Muller: “Marc Schröder en ik zijn als investeerders betrokken geweest bij een reeks online bedrijven, waaronder een huizenveiling en modesites, maar uiteindelijk vinden we ondernemen toch veel leuker. Dat bleek ook als we aan het stuur probeerden te trekken bij onze ondernemers. Dan raak je van de weg!”

Jan-Peter Cruiming: “Ik heb het niet zo gepland. Ik heb goed geld voor de Nationale Vacaturebank gehad, maar het was wel mijn kindje waar ik met veel bloed zweet en tranen aan heb gewerkt. Ik miste het ondernemen dus toen mijn concurrentiebeding na vier jaar afliep besloot ik: ik ga het opnieuw doen. Dat is Jobbird geworden. De grootste vacaturesite van Nederland, en klaar om internationaal te gaan.”

Categorieën
Tests Varia

Test Volvo XC90

Test Volvo XC90

Test Volvo XC 90

Zelfs toen de suv wat minder salonfähig was, kon de XC90 nog nét. Feitelijk was hij net zo’n horkerige klont als zijn klassenbroeders, maar de merkgeur van veilig- en degelijkheid en het Zweedse design brachten redding: je reed een Volvo.

Nu suv’s alle hoeken en gaten van de markt vullen, is het alsof Volvo zijn gêne heeft laten varen met de nieuwe XC90. Een stuk langer en maar een tikje breder en hoger is ie. Daardoor gaan zijn verhoudingen richting stationcar, wat een trend lijkt onder de grootste suv’s. Opvallender is zijn smoelwerk, dat zegt: ‘Hier ben ik. Had je wat?’ Die grote muil en nijdige oogjes: dat is die fameuze presence waar afzetmarkten in het Oosten en Amerika (veel belangrijker dan dat ingedutte Europa) zo dol op zijn. En met een Chinese eigenaar, al laat die Volvo lekker zijn gang gaan met verse miljarden, ligt China toch weer een stuk dichterbij Gotenburg.

De XC90 lokt reacties uit om zijn pronte verschijning, maar laten we niet doen alsof zijn voorganger een boodschappenkarretje was. Behalve in buitenmaten overtreft de nieuwste XC in alles wat je maar kunt wensen. Een eindeloos ruim interieur met een serieuze derde zitrij. Fraai afgewerkt, nog steeds op en top Volvo, maar nu helemaal bij de tijd. Met een head-up display, virtuele klokken en een tablet op de middenconsole, dat niet alleen de multimediawinkel beheert, maar ook standaardfuncties als de airco. Voor warm en koud is een knop die je blindelings vindt toch handiger.

Over de achttraps automaat is dan weer helemaal niets te klagen. Briljant is de anti-kruipknop, die maakt dat de voet van de rem kan bij het stoplicht. De subtiliteit waarmee de diesel weer aanslaat als de voet op het gas gaat, is verbluffend. En die voet mag best op het gas, want de Volvo-suv rijdt ook up to date. Geen geschommel meer, en een onderstel dat met verschillende afstemmingen de bestuurder in elke gemoedstoestand kan bijhouden. Van die vijfde cilinder heeft de Volvo-diesel wel afscheid moeten nemen, maar een schep extra pk’s en trekkracht voorkomt dat je heimwee krijgt.

De XC90 is dan misschien niet zo bescheiden, daar heeft hij ook helemaal geen reden voor.

 

Gereden: Volvo XC90 D5 Inscription, vanaf 81.495 euro

Categorieën
Varia

‘Grote bedrijven ten dode opgeschreven’

De Braziliaanse businessgoeroe, investeerder en ondernemer Ricardo Semler windt er geen doekjes om: de tijd van grote, militair georganiseerde bedrijven ligt achter ons. Vernieuwing komt niet van grote organisaties die duizenden werknemers willen controleren. En ja, ook Apple is ten dode opgeschreven.

Ricardo Semler (55) is een fenomeen. Hij maakte furore door het bedrijf van zijn vader, Semco, om te turnen van een metaal- en constructiebedrijf met een paar miljoen omzet tot een conglomeraat van een paar honderd miljoen in 2003. En dat deed hij door zijn werknemers gelukkig te maken: vaste werktijden en werkplekken schafte hij af, werknemers bepaalden elkaars salaris en hadden een stem in elk bedrijfsbesluit.

Management by omission

Het succes van die zelfsturing heeft Semler zelf overbodig gemaakt bij Semco. ‘Een kwestie van management by omission: soms moet je je er zo min mogelijk mee bemoeien als leider. Ik vergelijk het met spelende kinderen: zolang er geen bloed vloeit, moet je er niet tussen springen.’ Semco bestaat in zijn oorspronkelijke vorm overigens nog maar uit één bedrijfje

 Volle bak bij De Baak

Semler zelf is intussen druk met investeren in andere bedrijven en het opzetten van joint ventures. En met inspireren, via zijn boeken en optredens als deze week in Nieuwegein. Semler is verdomd moeilijk te boeken, en dan is hij ook nog dol op het afzeggen van afspraken. Dus toen de Braziliaanse ondernemer, denker en schrijver van de absolute mustread Semco-Stijl besloot in te gaan op de uitnodiging van De Baak om te komen spreken, zorgde dat voor een volle bak. En die lag om de haverklap dubbel, hoewel Semlers boodschap toch best confronterend is voor de echte corporate tijger. 

Grote bedrijven sterven uit

Grote bedrijven zijn immers ten dode opgeschreven, vindt Semler. Ze verliezen het vermogen te veranderen, zich aan te passen aan een nieuwe tijd. ‘Waarom denk je dat Polaroid failliet ging, drie jaar voordat Instagram een hype werd? Echte innovatie zal nooit komen van de grootste bedrijven.’

Apple, Microsoft

Semler memoreert hoe drie jongens ooit Microsoft oprichtten om vanuit een garage de wereld te veranderen. ‘Toen ik veel later bij Microsoft op bezoek was, hadden 26.000 ingenieurs 20 jaar gesleuteld aan Windows. En wat was er veranderd? De kleur van de icoontjes! Of heb ik als gebruiker iets gemist? Ook Apple heeft geen toekomst wat dat betreft. ‘Dat bouwt nu een hoofdkantoor van 5,1 miljard. Dat doet denken aan Versailles en de lui die de piramides bouwden; met de bouwers daarvan ging het ook niet lang goed. Misschien moeten ze Steve Jobs ook maar begraven midden in dat kantoor.’

Militaire principes

Het verschil: grote bedrijven zijn nog steeds georganiseerd volgens eeuwenoude militaire principes, gericht op het winnen van de oorlog en het verzamelen van bezit. Zodra een onderneming groeit, komen de ‘pakken’ binnen en is het gedaan met de wijsheid. ‘Die zeggen tegen de oprichters: ‘even aan de kant, voortaan is het een serieus bedrijf. En dan gaan ze geld verzamelen, waarvan ze overal fabrieken neerzetten en overnames plegen waarvan niemand weet of ze nodig zijn.’

Age of wisdom

Die strijdstrategie is niet meer succesvol in wat Semler heeft uitgeroepen tot de age of wisdom, het tijdperk waarin we belanden na het informatietijdperk en kennistijdperk. ‘Tot nu toe losten we uitdagingen op door slim te handelen. Maar slim is niet meer genoeg om te overleven.  De levensduur van bedrijven wordt steeds korter. De welvaart is steeds ongelijker verdeeld: de 400 rijkste mensen ter wereld bezitten even veel als de 2,4 miljard armsten.’ We moeten met wijsheid besluiten nemen als we willen vernieuwen.

Why, why, why

En hoe kom je tot wijsheid? Volgens Semler: vragen stellen. En, exact zoals kleine kinderen doen, blijven doorvragen: ‘Als je iemand drie keer vraagt naar het waarom van de manier waarop zaken geregeld zijn, heeft die het eerste antwoord klaar, het tweede is al moeilijker maar dat derde antwoord zul je nooit krijgen. Die vraag is de wijze vraag.’

Waarom is een HR-afdeling nodig?

Die vraag moet ertoe leiden dat je vastgeroeste patronen kunt loslaten. Waarom zou je er bijvoorbeeld een eigen HR-afdeling op nahouden? ‘Bij Semco had ik tot er een met pensioen ging, twee man op HR zitten, in een bedrijf met 3000 werknemers.’ Werknemers kunnen best hun eigen salaris bepalen, als je ze laat weten wat collega’s binnen en buiten het bedrijf verdienen en hoeveel winst er te verdelen is. Pluk willekeurige mensen van de straat en je met net zoveel talent, gebrek daaraan, luiheid of zelfs fraudeurs als na een zorgvuldige aannameprocedure en dat werkt prima.

Waarom zou je groeien?

Waarom zou je telkens hogere targets stellen? ‘Als je volgend jaar meer machines wil verkopen, zal dat leiden tot een grotere belasting van de productieafdeling en alle werknemers. En waarvoor? Voor meer winst. Dat lijkt slim. Maar het geld stapelt zich op, en uiteindelijk weet er wel iemand iets stoms te doen met al dat geld. Is er iets dat eeuwig doorgroeit? Ja: kanker.’

Waarom zou je personeel aannemen?

Waarom zou je überhaupt mensen aannemen? ‘Omdat je ze dan volledig onder controle hebt? Alsof parttimers en freelancers meteen met bedrijfsgeheimen naar de concurrent stappen? Zo zitten mensen niet in elkaar. Als we een nieuw bedrijf starten vragen we ons altijd af: wie moeten we echt voor de lange termijn aannemen? Dat is dan hooguit 10 tot 15 procent van de mensen. Het is veel slimmer om alles in te kopen: mensen, kennis, productiecapaciteit. Je hebt alleen de mensen nodig die de strategie uitzetten voor de lange termijn, plus de mensen die alle outsourcedeals sluiten en de kennis moeten hebben van de markt, de techniek en het bedrijf zelf.’  

Waarom bestaan vakbonden?

Niet alleen die nieuwe wijze opzet maakt grote corporates in het Westen overbodig. ‘Massaal werk verdwijnt door alle regeltjes hier naar Vietnam en India, waar bedrijven als Infosys op zoek zijn naar 100.000 werknemers. De vakbonden hebben dat nog niet door, ze zullen zich moeten aanpassen willen ze niet net als de grote bedrijven overbodig worden.’

Nederland klaar voor wijsheid

Geen boodschappen waar de managers in Semlers publiek vrolijk van zouden moeten worden. ‘Grote bedrijven zullen nog wel een jaar of twintig zo doorgaan, de managers weten niet beter en zijn bang om hun comfort zone te verlaten. Maar langzaam maar zeker zullen ze uitsterven, als ze zich niet aanpassen.’ Een hart onder de riem van zijn Nederlandse publiek had Semler nog wel: onze cultuur lijkt klaar voor de overgang naar de age of wisdom. ‘Ik spreek maar heel af en toe, ik ga alleen naar plekken waar ik veel kan leren. Holland is een van de plekken op de wereld die alles in zich heeft om zich aan te passen aan de age of wisdom.’

Categorieën
Auto's

Zuinige exoot

Ooit ging de wereld ten onder aan de suv. De hoogpotige klont waarin de bestuurder neerkeek op modaal blik was de bron van alle kwaad, en nog slecht voor het milieu ook. Maar zie: maak hem een maatje kleiner en minder slurpend, breng hem binnen bereik van velen en hij is ineens een allemansvriend. De kleinere suv’jes noemen zich crossover, om zeker te stellen dat ze de in de lak gekraste verwensingen van weleer ontlopen.

Het Japanse Lexus komt als laatste van de premiummerken met zo’n model: de NX300h, die het moet opnemen tegen de Audi Q5, BMW X3 en Mercedes GLK. Een fraai setje, maar de NX haalt alles uit de kast wat hem een Lexus maakt. De meest verfijnde hybride aandrijving ter wereld bijvoorbeeld, die vrijwel ongemerkt de viercilinder benzinemotor bijschakelt.

Daarbij hoort een traploze automaat die onder normale omstandigheden bijdraagt aan een stille en fluwelen rit, maar de keren dat hij aan de bak moet de motor wel laat loeien. De NX laat zich zonder moeite vlot en echt comfortabel sturen, met een rijbeleving die voor echte asfalttijgers te synthetisch is. Typisch Lexus. Met zijn verbruik verslaat hij wel duidelijk alles en iedereen: op papier is het zelfs laag genoeg voor een bijtelling van 20 procent – helaas nog maar tot 1 januari.

Nog zo’n Lexus-kenmerk: de uitgesproken lijnen van zijn koets, met vouwen en knikken op elke denkbare plek. De achterlichten hebben een grillige sculptuur, het front met boomerang-leds kijkt kwaaier dan ooit. Alleen aan de flanken is de NX, die zijn chassis ontleende aan dat van de Toyota RAV4, wat rustiger gehouden.

Van binnen is de hybride crossover perfect afgewerkt, zij het hier en daar met on-Europees aanvoelend kunststof. Een familiekwaaltje, net als het teveel aan knoppen, de matige multimediawinkel en de zetels met te korte zitting. Aardige gimmicks zijn het draadloze laadstation voor de smartphone en de achterstoelen, waarvan de leuningen lekker in standje powernap kunnen.

De Lexus NX300h is niet ieders kopje thee, maar wel een verschijning. Een exoot, en dat maakt de vergelijking met zijn klassegenoten best lastig.

 

Gereden: Lexus NX300h 2WD

Prijs: vanaf 45.990